Beknopte geschiedenis van het Loys Isoré-orgel te Hulst
Het orgel uit de Heilige Willibrordusbasiliek te Hulst is in de jaren 1610-1612 gebouwd door de Frans-Vlaamse orgelbouwer Loys Isoré, destijds werkzaam in Antwerpen. Isoré bouwde een éénklaviers-instrument met 13 stemmen en een ‘kort octaaf’ voor de hoofdkerk. In 1685 voerde de Vlaming Frederik Knoblo omvangrijke herstelwerkzaamheden uit aan de windvoorziening, pijpwerk en mechaniek.
In de loop van de 18e eeuw werden herstelwerkzaamheden uitgevoerd door de Antwerpse orgelbouwer Moreau. Schilder Johan Baltisberger renoveerde de schilderingen op de orgelluiken. Een plan tot uitbreiding van het orgel met een rugwerk kwam niet tot uitvoering.
In 1764 kreeg Louis Delhaye uit Antwerpen opdracht nieuwe windladen te maken en daarop grotendeels het oude pijpwerk te plaatsen, aangevuld met de nieuwe registers Prestant 8’ en Sesquialter. Ook moest er een terts in de Cornet komen. Vanaf 1929 wachtte een zeer ingrijpende verandering. Toen werden pijpen, mechaniek en balgen van het orgel samengevoegd met een kleiner, gelijksoortig orgel dat in de koorkerk werd gebruikt. Op een windlade van Cavaillé-Coll (gekocht in 1874) werden boven de sacristie de beide orgels samengebracht tot een electropneumatisch instrument.
Onder aanvoering van adviseur Hans van der Harst werd in 1970/71 het orgel grondig gerestaureerd en gereconstrueerd door de firma Flentrop (Zaandam). Zij breidde het orgel uit met een borstwerk en vrij pedaal. De windlade van Cavaillé-Coll werd verwijderd en verhuisde naar Haarlem. Van de 14 oorspronkelijke registers konden er 11 geheel of gedeeltelijk behouden worden. In het borstwerk (Positief) konden oude Vlaamse pijpen in de Doublette 2′ worden gebruikt. Het resultaat van deze restauratie en nieuwbouw is een schitterend orgel van een geheel zuidelijk karakter: rijk aan wijde vulstemmen, liefelijk in zijn fluiten, krachtig en gloedvol in zijn tongwerken. In 1989 werd het orgel voor een laatste maal onder handen genomen met een reiniging en herintonatie. De Regaal 16′ werd omgevormd tot een 8-voetsregister. Deze laatste restauratie heeft er toe bijgedragen dat het orgel nog verder kon worden uitgebreid en de authenticiteit van de klank nog beter tot zijn recht komt.
Thans wordt het orgel door deskundigen, musici en kenners algemeen aangemerkt als uniek, kostbaar en artistiek pronkstuk van de Frans-Vlaamse orgelbouwstijl in Nederland.
In 2012 startte Flentrop Orgelbouw met het uitvoeren van een vijfjarig onderhoudsplan. Herstelwerk, herintonatie en het schoonmaken van kassen en pijpwerk stonden op het programma.
Bronnen:
-Historische orgels in Zeeland door J.H. Kluiver, Middelburg 1976
-Drs. J.J. van der Harst, Brochure orgel-ingebruikname 11 juni 1971
-Archief parochie Basiliek Hulst: Almanak 1996
[De inhoud van deze pagina is beschikbaar onder CC-BY-SA/GFDL]